Uitgangspunten rondom digitale hulp in de ggz

Vic Luijkx

Voordat wij beginnen met het ontwikkelen van grote concepten probeer ik altijd belangrijke uitgangspunten bij elkaar te filosoferen. Tot nu toe deed ik dit altijd beknopt en voor mijzelf. Omdat ik er echter in geloof dat je verder komt als je ideeën zo snel mogelijk deelt, vind ik het leuk om deze te verwerken in een artikel.

Ik ben nog maar een paar maanden bezig in de ggz en schrijf dit niet omdat ik denk dat ik alles al uitgevogeld heb en jou hiervan wil overtuigen. Ik schrijf dit omdat ik benieuwd ben naar jouw perspectief. Als je wilt bijdragen met andere meningen of redeneringen dan hoor ik graag van je. Hoe beter deze uitgangspunten worden, hoe mooier een mogelijk concept gaat uitpakken.

  1. Digitale hulp als basis en behandelaren als experts

  2. Direct voelen dat je stappen zet

  3. Digitale hulp koppelen aan emoties

  4. Geen grote modules maar meetbare content

  5. Niet informeren maar inspireren

  6. Behandelaren positioneren

1. Digitale hulp als basis en behandelaren als experts

Bonnetjes bewaren in een oude schoenendoos. Voor veel mkb-ondernemers ooit de normaalste zaak van de wereld. Sinds de opkomst van het internet zijn er steeds meer ontwikkelingen die dit makkelijker en efficiënter maken. De vraag die snel ontstaat, is of boekhouders hiermee nog wel nodig zijn. Voor veel kleinere ondernemers waarschijnlijk niet.

Ons boekhoud-pakket Moneybird realiseert zich echter dat er ook mkb-bedrijven zijn die behoefte hebben aan iemand die over hun schouder meekijkt. Iemand die meedenkt over complexere vragen.

Daarom kunnen boekhouders zich aanmelden als erkende “Moneybird adviseur”. Deze adviseurs staan overzichtelijk weergegeven op moneybird.nl. Hierdoor kan een ondernemer eenvoudig kiezen welke adviseur het beste bij hem of haar past. Deze geef je toegang tot je administratie zodat hij of zij telefonisch, via beeldbellen of face-to-face mee kan denken over de punten waar je zelf niet helemaal uitkomt.

Afgelopen augustus begon ik na een gesprek over digitale hulp aan onze boekhouding. Ik realiseerde mij hoe goed dit model zou passen in de ggz. Een ggz waar digitale hulp een basis vormt en behandelaren worden neergezet als experts. Mensen die niet bonnetje voor bonnetje met je doornemen maar alleen met je werken aan de complexere dingen waar je zelf, met hulp van deze basis, niet uitkomt.

2. Direct voelen dat je stappen zet

Laatst vroeg ik iemand die in behandeling was of hij dacht dat zijn online hulp-modules hem vooruit hielpen. “Dat weet ik niet zo goed” was het antwoord. Door die reactie verwacht ik van niet. Als iemand niet het vertrouwen heeft dat een module hem of haar verder helpt geloof ik niet dat het deze persoon écht iets heeft gebracht.

Een aantal dagen na dat gesprek luisterde ik op “De Correspondent” een podcast over antidepressiva (aanrader). Rond 15:40 kwam er een ontzettend fascinerende zin voorbij over een onderzoek van Harvard professor Irving Kirsch. De onderzoeker vroeg mensen die antidepressiva slikte waar zij het meest depressief over waren. Dit was een antwoord dat vaak voorbij kwam.

Dat ik iedere dag depressief ben

Volgens Kirsch worden mensen depressief van de gedachte dat ze depressief zijn. Anders gezegd: een grote oorzaak van depressie is depressie. Deze gedachtegang kun je ook oplossingsgericht bekijken. Als deze mensen er vertrouwen in krijgen dat een behandeling, medicijn of digitale toepassing helpt, kan de gedachte “ik ben depressief” worden vervangen door “ik kom (een stapje) vooruit” waardoor ze ook daadwerkelijk vooruit komen. Het wordt een zelfvervullende profetie. Om dit voor elkaar te krijgen is het ontzettend belangrijk dat iemand bij het gebruik van digitale hulp direct het gevoel heeft dat hij of zij stappen zet.

3. Digitale hulp koppelen aan emoties

Even terug naar de persoon die niet zo goed wist of hulp-modules hem vooruit hielpen. Ik stelde een vervolgvraag:

Als je niet weet of het je helpt, waarom doe je het dan?

Het antwoord hierop was minstens net zo interessant als het antwoord op de eerste vraag.

Omdat ik gekozen heb voor een behandeling en dit er nou eenmaal bijhoort.

Deze motivatie is oké als iemand digitale hulp gebruikt naast een behandeling. Als we er echter naartoe willen dat mensen het gebruiken voordat een behandeling start gelden gewoon de algemene wetten van het internet. Als mensen dan niet binnen 30 seconden het gevoel hebben dat iets waarde toevoegt klikken ze de pagina weg.

Om deze reden ben ik een boek gaan lezen dat al een tijdje op mijn lijstje stond. Hooked. In dit boek geeft Nir Eyel een model die beschrijft hoe platformen als Instagram, Facebook en Twitter een dagelijks plekje in ons leven bemachtigen.

Ook als je zelf geen producten maakt, is dit een ontzettend leuk boek om een keer te lezen. Over dit model kan ik een hoop vertellen. Voor dit artikel vind ik een uitgebreide uitleg echter niet zo belangrijk. Wel wil ik graag uitleggen waarom ik dit zo interessant vind voor de ggz.

Dit heeft te maken met nummer 1. De interne trigger. Hoe komt het dat mensen zonder het zien of horen van iets rondom Facebook, besluiten om de Facebook-app te openen. De reden hiervoor is volgens Eyel dat wij Facebook koppelen aan emoties. En deze emoties zijn bijna altijd negatief.

Denk hierbij aan verveling, onzekerheid en ongemak. Omdat we dit liever niet hebben verbinden wij ze aan een app als Facebook. De inhoud op zo'n platform neemt deze een beetje van ons weg. Bij jeuk krab je en bij negatieve gevoelens open je een app.

Laten mensen die ggz-hulp nodig hebben nou net te kampen hebben met veel negatieve gevoelens. Hoe mooi zou het zijn als mensen deze koppelen aan inhoud die ze écht verder helpt.

4. Geen grote modules maar meetbare content

Toen ik Hooked net uit had en door modules heen klikte, besefte ik dat het concept “module” haaks staat op het model dat Eyel beschrijft. Het doorlopen van een module is geen laagdrempelige actie. Je moet er echt even voor zitten. De inhoud die je krijgt, is niet nieuwsgierig makend en de investeringen die je doet door bijvoorbeeld vragen te beantwoorden maken je ervaring op het platform niet beter.

Als je gaat kijken naar grote platformen die écht hebben gezorgd dat ze een vast plekje in het leven van mensen kregen, zie je steeds één eigenschap terugkomen. Ze werken niet met grote modules maar met kleinere stukjes content.

Er wordt vaak gezegt dat mensen op het internet een lage aandachtsspanne hebben gekregen. Dit is niet helemaal waar. Netflix-series bingen we uren achter elkaar. Mensen hebben alleen een lage aandachtsspanne voor dingen die ze niet waardevol of interessant vinden.

Bij een module moet je vaak overal verplicht doorheen. Het kan zijn dat je 10 minuten bezig bent voordat je iets waardevols tegenkomt. De kans dat mensen in deze 10 minuten afhaken is groot.

Met kleinere stukjes content kiezen mensen bewuster wat ze wel en niet willen doorlopen. En doordat je gebruik meet kun je het aanbod hierop aanpassen.

5. Niet informeren maar inspireren

Als je jezelf gaat verdiepen in de marketingwereld kom je al vrij snel het begrip “story telling” tegen. Het geheim achter bijna alle marketing successen is een krachtig verhaal. Als je mensen tot actie wilt aanzetten werken verhalen beter dan feiten of tips. Op het moment dat je zegt: “Je moet dit doen, want dat is goed voor je”, is er bij de meeste mensen een onbewust stemmetje dat zegt: “dat bepaal ik zelf wel”.

De digitale modules die ik tot nu toe heb gevolgd doen mij denken aan offline-cursusen. Plekken waar vooral informatie wordt overgedragen. Ik denk dat je sneller een positieve impact op het leven van mensen hebt als je ervaringsverhalen écht een platform geeft. Een plek waar mensen die over psychische klachten heen zijn gekomen vertellen over wat hun achtergrond is, hoe ze zich hebben gevoeld, wat voor inzichten hun vooruit hebben geholpen en wat ze inmiddels anders doen.

Hierdoor verwacht ik dat mensen herkenning vinden, hun eigen problemen in perspectief plaatsen en dat ze geïnspireerd worden om dingen anders aan te pakken.

Er is een medium dat hier super geschikt voor is. Dat medium heet podcasting. Podcasts hebben een aantal voordelen:

  1. Je kunt makkelijk de diepte in gaan. Waar 10 minuten lang is voor een video is 40 minuten voor een podcast normaal.

  2. Doordat je geen grote camera's voor je hebt voelen mensen zich sneller op hun gemak.

  3. Mensen kunnen luisteren tijdens het autorijden of sporten.

  4. Podcasting is relatief goedkoop.

6. Behandelaren positioneren

Tijdens mijn middelbare schoolperiode las ik bijna geen boeken. Doordat iemand anders (de docent) deze boeken had uitgezocht was het voor mij makkelijk om ze te bestempelen als “saai” of “niet interessant”. Nu ik zelf boeken uitzoek lees ik veel meer. Dit komt aan de ene kant doordat ik zelf weet wat bij mij aansluit. Aan de andere kant denk ik dat er nog iets diepers achter zit. Als ik zelf bewust een boek kies en deze niet goed vind, betekent dit dat ik zelf een verkeerde keuze heb gemaakt.

De kans dat je iets als positief ervaart, is groter als je er bewust voor kiest. Hoe bewuster hoe beter. Als je iets waar je zelf voor koos als negatief ervaart, heb je zelf een verkeerde keuze gemaakt. Dat wil je onbewust voorkomen.

De beste manier om dit te doen is door cliënten zelf hun eigen behandelaar te laten kiezen. Niet alleen op basis van een fotootje en 2 regels tekst maar vooral op basis van bijvoorbeeld drijfveren en de manier van behandelen die deze behandelaar heeft ontwikkelt. Hoe bewuster mensen kiezen hoe groter de kans is dat ze vertrouwen blijven houden in hun behandelaar en hoe effectiever de behandeling zal zijn.

Tot slot

Dit artikel ga ik regelmatig aanvullen of aanpassen naar aanleiding van nieuwe inzichten. Als jij vragen of ideeën hebt horen we graag van je.

Wij horen graag van je!